India
Momenteel zit ik in het laatste jaar van mijn opleiding Bestuurskunde & Overheidsmanagement aan de AVANS Hogeschool te ‘s-Hertogenbosch. Voordat het afstuderen echt gaat beginnen moeten studenten een minor volgen. Ik heb ervoor gekozen om de minor Global Development Issues aan de FontysHogschool te Tilburg te volgen. Tijdens de minor staan internationale ontwikkelingsvraagstukken, cultuur & intercultureel communiceren en rechtvaardigheidsprincipes centraal. Ter afsluiting van de minor moeten studenten een onderzoek doen in een ontwikkelingsland waarbij ze moeten aantonen in staat te zijn intercultureel te kunnen communiceren en lokale vraagstukken te kunnen analyseren. Ik heb er voor gekozen om voor BenG Projecten (NL organisatie) & The Muthamil Education and Rural Development Society (lokale partnerorganisatie) aan de slag te gaan in uiterst Zuid-India (Tamil Nadu).
Werkzaamheden
BenG Projecten is een Nederlandse non-profitorganisatie die zich inzet voor het versterken van de rechten van het kind in Zuid-India. Stichting BenG Projecten en verschillende onafhankelijke sponsoren verzorgen al jaren een studiebeurzenproject in de regio rond Dindigul en Madurai, in het zuiden van India. Tientallen studentes, die zonder dit geld hun studie niet zouden kunnen beginnen of afronden, worden hiermee geholpen. Gedurende mijn verblijf interview ik samen met een collega-student, de studenten welke momenteel gebruik maken van een studiebeurs of inmiddels zijn afgestudeerd. De gespreksgegevens worden gerapporteerd tenbehoeve van de planning & control cyclus van BenG Projecten en de lokale ontwikkelingsorganisatie Muthamil Education and Rural Development Society (MERDS). Daarnaast worden de rapportages gebruikt ter verslaglegging aan de diverse sponsoren.
Naast het maken van rapportages proberen we ook de ‘know how’ met betrekking tot het vergroten van financiële zelfstandigheid van MERDS te vergroten. Beng Projecten financiert momenteel een groot gedeelte van de activiteiten van MERDS. De subsidiering wordt in fases afgebouwd, hierdoor bestaat de noodzaak tot het vergaren van eigen financiële middelen. Gezien de geringe tijd die wij in India hebben beperken we ons tot het adviseren en controleren van de organisatie uitingen (sociale media, website, mailverkeer, sponsorbrieven, formats e.d.)
Duoane problemen en 3e klas reizen
Op maandag 28 december 2015 ben ik vanuit Brussel vertrokken naar Parijs. Na afscheid genomen te hebben van mijn ouders en vriendin stapte ik in de Thalys. Na een reis van zo’n 1,5 uur kwam ik aan in Parijs waar ik nog enkele uren moest wachten voordat mijn vliegtuig richting Delhi vertrok. Gelukkig geen gedoe met bagage, deze was immers al ingecheckt in Brussel en komt op eindbestemming Chennai van de band rollen. Na een vermoeiende vlucht (er zat een luidruchtige Portugees naast me) kwam ik aan in Delhi. Daar even koffie gedronken met een aantal nog luidruchtigere Russen. Vervolgens heb ik bijna mijn vlucht gemist door het tijdsverschil. De iPhone past normaliter de tijd vanzelf aan, maar dan moet de vliegtuigstand wel uitgeschakeld zijn.
Uiteindelijk ben ik toch nog op tijd vanaf Delhi vertrokken richting Chennai. In Chennai aangekomen (met 45 min vertraging) veel last gehad van douane oponthoud. Na een uur ben ik vrijgegeven door de douane. Snel een ‘prepaid taxi’ gepakt richting treinstation Tambaram. Vanuit daar vertrok mijn trein richting Dindigul. Vooraf was een eerste klas ticket gereserveerd in een slaapcoupé. Door de vertragingen van de vlucht, douane en het drukke autoverkeer vertrok mijn trein voor mijn neus… Uiteindelijk heb ik na veel gedoe nog een zogenaamd ‘open ticket’ weten te bemachtigen. De gereserveerde plekken voor de volgende treinen naar Dindigul (afstand zo’n 450 km) waren al vergeven. Het ‘open ticket’ is een derde klas ticket waarbij je in iedere vertrekkende trein richting Dindigul mag instappen. Mijn eigen trein van 18.00 had ik gemist, de volgende trein van 19.00 werd gecanceld, waardoor de trein van 20.00 overvol was. Uiteindelijk toch ingestapt. Ongeveer 6 uur lang op de grond gezeten met mijn bagage dicht bij me. De treinen zijn werkelijk waar overvol. Naast de gebruikelijke plaatsen in de trein zitten er mensen op de grond, liggen onder banken, in bagagerekken en hangen er velen aan de stangen buiten de trein. De reis was oncomfortabel, maar achteraf zeker de moeite waard! Ik zat direct midden in de Indische cultuur! De velen mensen, de geuren, het enorme lawaai van de trein en de in mijn ogen: chaos. De meesten spraken geen Engels, enkel Tamil. Eten verbroedert: ik had nog boterhammen met kaas & ham bij welke samen met andere Indiërs opgegeten werden. Inruil daar voor terug kreeg ik iets wat leek op een kleine appelflap, maar dan zeer pittig. Geen idee wat het was, maar het smaakte prima en de sfeer was goed. Helaas was er veel gebedel: geld wilde men zien. Daar ging ik niet op in, ook werd er veel gevraagd – in gebrekkig Engels – of ik een baan in Europa kon regelen. Heb rustig uitgelegd dat dit niet mogelijk was. Erg ongemakkelijk was het wel. Uiteindelijk in Dindigul aangekomen, ongeveer 3,5 uur later dan op de planning stond, wachtte een taxi op me. Vanuit Dindigul was het ongeveer nog zo’n 45 minuten met de taxi naar eindbestemming Athoor. Rond 5 uur in de morgen kwam ik daar aan, de vriendelijke manager mr. Palraj stond al op me te wachten. Hij wees me naar mijn kamer, waar ik na een lange reis van meer dan 30 uur snel in slaap viel.
Veldwerk
De interviews zijn afgenomen in het Drop Out Center (DOC) in Natham, evenals op locatie waar afgestudeerde studenten momenteel werkzaam zijn. In sommige gevallen was een huisbezoek van toepassing. Zo zijn we ook naar het staatsziekenhuis in Dindigul geweest om daar twee verpleegkunde studenten te interviewen. Het is zeer ongebruikelijk om hier een interview te houden. De Indische overheid is immers zeer terughoudend met het toelaten van buitenlandse gasten op overheidsterrein. Voordat de interviews plaatsvonden hebben we ongeveer een half uur lang kennis gemaakt met het hoofd van de ziekenhuisopleiding. Chandra, de directeur van de lokale ontwikkelingsorganisatie MERDS vergezelde ons bij het kennismakingsgesprek en diende als smeerolie tussen het hoofd van de ziekenhuisopleiding en ons als interviewers. Het viel ons op dat er sprake is van een sterke hiërarchische verhouding tussen het docerend personeel en de studenten. Wanneer een docent de ruimte waarin de interviewers met studenten zaten betrad, stonden de studenten direct op voor de docent.
De gesprekken met de studenten waren indrukwekkend. De geïnterviewde studenten hebben beiden veel meegemaakt. Zij spraken bijvoorbeeld over financiële problemen en verloren familieleden. Ondanks dat zetten ze toch hun studie door, mede door de financiële ondersteuning van BenG Projecten is dit mogelijk. Het is gebruikelijk dat studenten op de campus van het ziekenhuisterrein wonen. Mannen en vrouwen wonen gescheiden. Eigen kamers zijn er niet, er wordt geslapen op slaapzalen met 10 personen. In het kader van de privacy zal ik niet verder uitwijden over de achtergrond en situatie van de geïnterviewde studenten.
Ik zal hier voor de geïnteresseerden kort (neutraal) schrijven hoe het gezondheidszorg systeem in India werkt. Omdat de Indische overheid ons toestemming heeft verleent om het ziekenhuisterrein te betreden en de interviews op locatie af te nemen zal er in dit artikel bewust geen kritiek opgenomen worden. Dit kan namelijk de geïnterviewde studenten schaden evenals de (toekomstige) interviewers. Kritische noten over het functioneren van de Indische overheid wordt hier niet gewaardeerd (politiek correcte vertaling).
Een opleiding tot verpleegkundige duurt drie en een half jaar. Studenten in opleiding wonen op het campusterrein en doen naast hun studie diverse klusjes op het ziekenhuisterrein. Vroeger hadden de verpleegkunde studenten een baangarantie bij een staatsziekenhuis. Door de hervormingen in de gezondheidszorg welke de Indische overheid heeft doorgevoerd, is dit recht komen te vervallen. Afgestudeerde verpleegkundigen worden over het algemeen niet aangenomen in een staatsziekenhuis. Zij moeten solliciteren in een privéziekenhuis. India kent drie systemen in de gezondheidszorg: 1. staatsziekenhuizen, 2. privéklinieken, 3. liefdadigheidsinstellingen. De zorg in privé klinieken is over het algemeen genomen goed, de ziekenhuizen zijn in goede staat en het werkt voor Indische maatsstaven efficient. Inmiddels ben ik voor mijzelf in een dergelijk ziekenhuis geweest ter controle (diverse vage klachten). Privéziekenhuizen zijn voor de gemiddelde Indiër helaas geen optie. De kosten zijn er hoog. Voor een consult + injectie dicolfenac betaalde ik RS. 240, omgerekend 3 euro. En dat is voor de meeste mensen niet te betalen. Verpleegkundigen die in een privékliniek werken hebben een beduidend lager salaris dan de collega’s die werkzaam zijn in staatsziekenhuizen. Ook de arbeidsomstandigheden en rechten zijn minder gewaarborgd dan bij de overheid het geval is. Als verpleegkundigen een aantal jaren werkervaring in privéklinieken hebben opgedaan dan solliciteren ze doorgaans bij een staatsziekenhuis. Het salaris is daar beter, evenals de arbeidsomstandigheden. De faciliteiten van het staatsziekenhuis zijn echter van een ander niveau. Tot de laatste categorie behoren de ziekenhuizen en opvangcentra welke gerund worden door liefdadigheidsinstellingen. Vaak zijn dit religieus georiënteerde instellingen welken vaak door buitenlands geld gefinancierd worden. De doelgroep betreft hier de aller armste of onaanraakbaren (laagste kasten).
Planning
Ik zal hier nog een aantal weken verblijven. Naast de beschreven werkzaamheden zal ik op uitnodiging ook een hospice bezoeken. Het hospice wordt gerund door de RK kerk van Engeland, maar wordt nu overgedragen aan de lokale autoriteiten. De aartsbisschoppen van Engeland & India zullen hierbij ook aanwezig zijn, net zoals andere hoogwaardigheidsbekleders. Verder vieren we deze week het Pongal Festival, een vierdaags festival (http://www.pongalfestival.org/pongal-festival.html ). Tot slot heb ik volgende week een heuze Indische bruiloft op de planning staan. Een familielid van een van de stafleden gaat trouwen, samen met de andere vrijwilligers ben ik uitgenodigd. Want: hoe meer gasten op de bruiloft, hoe meer eer voor bruid en bruidegom. De aanwezigheid van buitenlandse gasten wordt altijd extra gewaardeerd.