Donderdag 7 september bespraken wij in de commissie de onrust die ontstaan is over sporten op kunstgras. De onderstaande tekst heb ik toen uitgesproken.
Voorzitter, sinds het wetenschappelijke programma Zembla de onderzoeksresultaten van de Vrije Universiteit Amsterdam (VU) naar buiten bracht, is het onrustig.
Wat is nou dat rubbergranulaat? Rubbergranulaat is fijngemalen rubber, meestal afkomstig van autobanden. Het granulaat wordt gebruikt voor het instrooien van kunstgrasvelden omdat het veld hierdoor dezelfde eigenschappen krijgt als een gewoon grasveld. En dat is natuurlijk een voordeel. Maar dat is niet de enige reden: het is de goedkoopste manier om velden in te strooien en tevens banden te recyclen. De bandenbranche is hier natuurlijk blij mee. Logisch: de afgedankte banden vertegenwoordigen weinig economische waarde, behalve als de banden vermalen en doorverkocht kunnen worden. Het is diezelfde bandenbranche die stevig lobbyde om het rubbergranulaat niet onder de strenge consumentennorm te laten vallen. Die norm is 100 tot 1000 keer strenger dan de huidige norm. De economische belangen gaven de doorslag.
De Europese Commissie heeft het voornemen om het rubbergranulaat onder de consumentennorm te laten allen. En dat doet zij natuurlijk niet voor niets; namelijk ter bescherming van mens, dier en milieu. Het voorzorgbeginsel wordt gehanteerd.
Rubbergranulaat valt niet onder microplastics omdat de korrels groter zijn dan 5 mm. Op een veld liggen gemiddeld 22.000 (!) versnipperde autobanden. Door verwering (UV, regen, wind en wrijving) erodeert rubbergranulaat tot micro- en nanoplastic, met negatieve gevolgen en risico’s voor het milieu. Diverse onderzoeken tonen dit aan. Vanuit de Wet Milieubeheer hebben gemeenten een zorgplicht opgelegd gekregen. Het is de vraag of de gemeente Oss aan die zorgplicht voldoet. De SP sluit zich in deze aan bij het onderzoek van branchevereniging Sport- en Cultuurtechniek die hier eerder al voor waarschuwde. De schadelijke stoffen (PAK’s) zitten immers opgesloten in de korrels, maar komen door eroderen vrij en belanden zo in het milieu. Wat doet de gemeente Oss om dit te voorkomen?
Het RIVM en het ECHA (European Chemicals Acency) adviseren tevens om de norm voor rubbergranulaat strenger te maken. De onderzochte Osse velden voldoen niet aan de strenge consumentennorm. Die norm is nog niet formeel vastgesteld, maar dit zit er wel aan te komen.
De SP vraagt zich dan ook hardop af of de 0-optie van het college – het niets doen – verstandig is. Gezien de zorgen uit de maatschappij, de zorgplicht volgens de Wet Milieubeheer, het voornemen en advies van diverse instanties om de norm aan te scherpen, lijkt het de SP meer dan verstandig om hier actief op voor te sorteren. Uiteraard moet de sport doorgang vinden, maar waarom zou je velden die aan vervanging toe zijn niet met andere materialen instrooien? Anticiperen op wat komen gaat en het voorzorgbeginsel hanteren is waar de SP voor pleit.