Antoon & Frans in Megen gaat als het aan Dichterbij ligt sluiten. Het is een bijzondere bakkerij in onze stadskern. Want deze bakkerij wordt gerund door cliënten van zorgorganisatie Dichterbij. Het is formeel een dagbestedingslocatie, maar voor de cliënten is dit hun baan en hun waardigheid. Voor de inwoners van Megen is de bakkerij een belangrijke voorziening, niet alleen voor het brood, maar ook om elkaar te ontmoeten onder het genot van een kop koffie met iets lekkers. De bakkerij annex koffieruimte wordt gedeeld met het Toeristisch Informatiecentrum Megen (TIM). Hier kunnen toeristen alle informatie over Megen en omstreken vinden. In dezelfde ruimte worden ook lokale producten verkocht van de Zusters Clarissen en de lokale bierbrouwerij.
Solistisch besluit raakt Megen
Het besluit van Dichterbij om de locatie in Megen te sluiten is ingeslagen als een bom. Allereerst bij de cliënten die met veel plezier in de bakkerij werken, maar ook bij de vrijwilligers; zij moesten het nieuws via de digitale weg horen. Inwoners verliezen een belangrijke voorziening. Dit besluit is solistisch genomen door de zorgorganisatie, zonder overleg met betrokken partijen of inwoners. Dát vind ik onbegrijpelijk. Ik weet dat dit soort vormen van dagbesteding een vrij dure vorm van dagbesteding zijn. Je kunt er daarnaast niet alle cliënten plaatsen, dit heeft te maken met de verschillende werkzaamheden en werkomgeving. Dat past simpelweg niet iedere cliënt. Het uitgangspunt in de zorg is gelukkig ‘wat kun je en wat wil je; kortom: wat past het beste bij jou’. Dat is een belangrijk goed. Vanuit dit oogpunt is het dan ook vreemd om deze locatie te sluiten. Want de 10 cliënten die hier in Megen werken doen dat omdat deze plek het beste bij hen past. Waarom dan sluiten?
Zorgconcurrentie maakt veel kapot
Het concept van de bakkerij met koffieruimte is zoals gezegd niet voor elke client passend. Daarnaast is het een relatief dure vorm van dagbesteding. Oorspronkelijk is de financiering in Megen gestoeld op ongeveer 16 cliënten. Op dit moment werken er 10 cliënten, dat zijn er vanuit financieel oogpunt dus zes te weinig. En dan gaat het snel financieel knellen. Elke cliënt wordt immers bekostigd met zorggeld (meestal WLZ, soms (deels) Wmo). Zorgorganisaties hebben steeds meer te maken met zorgconcurrentie. Diverse kleine zorgorganisaties en ZZP’ers hengelen naar cliënten, waarbij de voorkeur uitgaat naar cliënten in een relatief lichte zorgcategorie. Dit zijn nou net de cliënten die werkzaam zijn in bakkerij Antoon en Frans. Die zorgconcurrentie gaat vrij ver weet ik uit de praktijk. Zo zijn er zorgorganisaties die bijvoorbeeld bewust geen contract met een gemeente aan willen gaan, maar cliënten aansporen om een PGB (Persoonsgebonden Budget) aan te vragen zodat zij zonder contract zaken kunnen doen met de cliënt. De cliënt vraagt dan een PGB aan om vervolgens niet gecontracteerde zorg in te kopen. Politiek gezien vind ik dit zeer kwalijk. Zorgorganisaties horen niet te concurreren, maar samen te werken. Want laten we nu eerlijk zijn: van marktwerking in de zorg is nog nooit een patiënt/cliënt beter geworden! De SP blijft zich daar in de gemeenteraad en Tweede kamer voor inzetten: een zorgstelsel waar de menselijke maat centraal staat in plaats van de concurrentie.
Wanneer je naar het besluit en handelen van zorgorganisatie Dichterbij kijkt vallen een aantal zaken op;
1. Er is géén contact geweest met betrokken partijen, zoals bijvoorbeeld de gemeente, de vastgoedeigenaar of andere zorgorganisaties. Denk hierbij ook aan de partijen die gebruik maken van dezelfde ruimte. Dat is gek. Want dit is toch de beste locatie voor deze cliënten? En het besluit heeft direct gevolgen voor andere partijen. De gemeente of vastgoedeigenaar hebben een belang bij het behouden van deze voorziening. De gemeente vanuit het oogpunt van leefbaarheid en toerisme, de vastgoedeigenaar vanuit huurinkomsten. Mijn oproep is dan ook eenvoudig: Ga met elkaar in gesprek. Leg de problemen en dilemma’s op tafel en kijk of je samen tot een (creatieve) oplossing kunt komen.
2. Vrijwilligers worden via de digitale weg op de hoogte gebracht van het besluit. Dit is gewoon niet fatsoenlijk. Je zou maar jarenlang vrijwilliger zijn bij de bakkerij en vervolgens horen dat je niet meer nodig bent. Dat bericht zelf is al heftig, maar het is onfatsoenlijk om dit niet persoonlijk te vertellen. Dichterbij had mijn inziens het beste een bijeenkomst kunnen beleggen voor personeel, ouders van cliënten en vrijwilligers om het besluit toe te lichten en een vraag en antwoord sessie te kunnen houden. Wellicht kan dit alsnog georganiseerd worden. Het zou de betrokken vrijwilligers goed doen.
3. Er is een hoop ophef en onrust ontstaan in Megen. Dit komt natuurlijk voor een groot gedeelte omdat partijen en inwoners overvallen zijn door dit besluit. Ik ga daarom graag in gesprek met de directie om te zien of er een oplossing kan komen die bijdraagt aan alle partijen. Die afspraak is inmiddels in de maak. Wat vreemd is dat medewerkers niet met de pers mogen spreken, maar wel de boodschap richting cliënten en inwoners over mogen brengen. Het besluit doet zelf wat met het personeel, het overbrengen van de boodschap ook. Daar zit natuurlijk emotie bij. Dichterbij kiest er vervolgens voor om personeel een spreekverbod met de pers op te leggen en verwijst door naar de afdeling communicatie. Omdat men graag één lijn wenst aan te houden in de berichtgeving naar buiten. Beperken van de imagoschade noem ik dat. Dat vind ik jammer. Want de emotie van medewerkers is er en mag er zijn. Het toont betrokkenheid bij de cliënten en organisatie aan. Een spreekverbod draagt in ieder geval niet bij aan het bereiken van een oplossing en is slecht voor de goodwill onder personeel, vrijwilligers en gemeenschap.
Kom samen in actie!
Tot slot: namens de SP ga ik met een collega raadslid in gesprek met de directie van Dichterbij. We vinden deze voorziening te belangrijk om zomaar op te geven. Het is een mooie werkplek voor cliënten, een belangrijke ontmoetingsvoorziening voor inwoner van Megen en toeristen, diverse gebruikers delen de ruimte en komen in de knel als de bakkerij vertrekt. We laten dit niet zomaar gebeuren als gevolg van zorgconcurrentie en zullen daarom met partijen samenwerken die met ons willen werken aan een plan. Verder roep ik de (Megense) gemeenschap op om in actie te komen. Laat je stem horen, maak tam tam, maar houd het wel fatsoenlijk. Laten we als gemeenschap opstaan voor onze voorzieningen. Ik denk hier graag in mee.

Wat kunnen andere partijen doen?
Gemeenten kunnen ervoor kiezen om langdurigere zorgafspraken te maken met partijen. Bij voorkeur door zorg te contracteren. Wees daarnaast waakzaam op het fenomeen cliëntafhankelijkheid, in combinatie met een Pgb. Wanneer een client kiest voor een Pgb dan wordt verwacht dat deze client dit uit vrije wil doet en vanuit overtuiging. De client moet daarnaast in staat zijn om zorgregie te kunnen voeren. In de praktijk zie ik regelmatig dat er (kleine) zorgorganisaties, zonder zorgcontract met de gemeente, cliënten benaderen voor een dagbestedingslocatie. De zorgorganisatie stuurt er vervolgens bij de client op aan om een Pgb bij de gemeente aan te vragen. Hierdoor ontstaat al een clientrelatie, het is daarnaast dubieus of de client vervolgens uit vrije wil een Pgb aanvraagt. Gemeenten kunnen de eisen verscherpen rondom het verstrekken van Pgb’s waardoor er een duidelijkere toets plaatsvindt op de bovenstaande punten. Dit kan vastgelegd worden in de verordening, maar bij voorkeur in de nadere regels rondom Pgb (zoals bijvoorbeeld in de beleidsregels).
Gemeenten kunnen daarnaast een periodieke overlegtafel maken met zorgpartijen. Dit om de samenwerking tussen zorgorganisaties te stimuleren. Eventuele knelpunten in de zorg kunnen hier besproken worden. Als bijvoorbeeld een dagbestedingslocatie die tevens een belangrijke sociale voorziening voor inwoners is, onder druk komt te staan, dan kan de gemeente wellicht vanuit andere beleidsterreinen (ontmoeten, sport, cultuur, recreatie en toerisme) deze voorziening ondersteunen. Zo houdt de gemeente het wel zuiver (want we willen geen zorggeld uitgeven aan huurcompensatie) en kunnen voorzieningen behouden blijven.
Het blijft voor lokale bestuurders en politici lastig omdat zij moeten werken binnen het bedachte zorg- en welzijnssysteem. De basis van dit systeem blijft zorgconcurrentie. Zij kunnen er dan ook bij (hun) landelijke politici en bestuurders er op aandringen om dit systeem radicaal te hervormen. Want zoals zo vaak; de lokale overheid moet het beleid van de Rijksoverheid repareren..
Diverse media besteden aandacht aan de bakkerij in Megen
SBS6 Hart van Nederland – Stichting wil enige winkel en dagbesteding in Megen sluiten: ‘Verschrikkelijk’
DTV Oss – Emoties lopen hoog op door beslissing Bakkerij Antoon en Frans in Megen te sluiten
Brabants Dagblad – Megen woest over sluiten dagbesteding Antoon en Frans: ‘Bij de konijnen af’
Regiokrant Oss – VDG stelt vragen over sluiten Bakkerij Antoon en Frans in Megen
Omroep Brabant – Huilen, want verstandelijk beperkte jongeren kunnen geen brood meer bakken
AD – Sluiting bakkerij door zorgorganisatie betekent einde dagbesteding: ‘Hele moeilijke beslissing’