De verkiezingen komen er weer aan en dat is goed te merken. Verschillende politieke partijen waren het afgelopen weekend in de stad te vinden om hun verkiezingsboodschap over te brengen. Daarbij wordt alles uit de kast getrokken: van campagnepanden tot het uitdelen van hamburgers, appels, schuursponsjes, kopjes koffie en natuurlijk flyers. Daarnaast zijn er verschillende debatten waar de lijsttrekkers verbaal de degens kruisen. Over het algemeen zijn daar weinig zwevende kiezers te vinden: het is veelal preken voor eigen parochie, oftewel voor eigen partijleden. Als de partijen geluk hebben is de pers wel aanwezig en geeft deze in de online- of papierenkrant een samenvatting van het debat. Op straat staan de verkiezingsborden inmiddels ook al weer een tijdje, de posters van alle partijen hangen keurig op een rijtje. Zo gebroederlijk als de posters naast elkaar hangen, zo heftig gaat het er in het debat soms aan toe. Het is logisch dat partijen in verkiezingstijd de verschillen willen vergroten: iedere partij wil zichzelf profileren. Alles voor de gunst van de kiezer, maar ook om duidelijk te maken dat er echt wat te kiezen valt. Inwoners hebben heus wel door dat het er in verkiezingstijd allemaal wat feller aan toe gaat. Maar de tegenstellingen scheppen wel duidelijkheid. Of het nu gaat over het wel of niet aanleggen van een brug bij Megen, over camerabewaking bij Jongeren Ontmoetingsplekken of de centrumplannen in Oss.
Inwoners hebben heus wel door dat het er in verkiezingstijd allemaal wat feller aan toe gaat.
De meningen van politieke partijen lopen behoorlijk uiteen en dat er over heikele punten hard gediscussieerd wordt, hoort daar nu eenmaal bij. Zolang de discussie hard gaat op de inhoud en zacht gaat op de man, is er weinig aan de hand. Het constructief oneens zijn met elkaar mag, dat hoeft zelfs niet eens constructief te zijn. Soms sta je immers gewoon lijnrecht tegenover elkaar. Het gaat pas echt wringen wanneer er klinkklare onzin verkocht wordt, zeker wanneer dit gebeurt om stemmen te winnen, is dit een kwalijke zaak. En toch gebeurt dit helaas (ook) in Oss.
Iedere politieke partij die meedoet aan de gemeenteraadsverkiezingen heeft het beste met Oss voor. Ze stellen de gemeente en gemeenschap op nummer 1. Vanuit hun eigen achtergrond komen de partijen met verbetervoorstellen, in het belang van Oss. Dat niet al die voorstellen het halen heeft met een verschil van visie op de inhoud te maken, niet met de achterliggende intenties. Ook de kandidaten voor de nieuwe gemeenteraad zijn betrokken bij de gemeente. Allereerst wonen ze natuurlijk in de gemeente Oss, dit is ook een vereiste van de kieswet. Daarnaast zijn alle kandidaten bovengemiddeld betrokken bij Oss en haar kernen. Velen zijn actief in het verenigingsleven, doen vrijwilligerswerk of zetten zich op een andere manier lokaal in. Alle kandidaten en partijen stellen dus ‘lokaal centraal’. Mooi toch!
Het is dan ook jammer dat sommige partijen doen alsof ze ‘meer lokaal’ zijn dan anderen. Waardoor onterecht het beeld ontstaat dat andere partijen minder lokaal georiënteerd zouden zijn. Dit is natuurlijk klinkklare onzin: lokaal zijn we immers allemaal! Het zegt mijn inziens meer iets over de partij die zich zo profileert.
Kandidaten voor de gemeenteraad zijn per definitie lokaal, ze wonen in de gemeente die ze vertegenwoordigen.
Blijkbaar is er op inhoud weinig te melden. Komt dit omdat ze echt geen mening hebben of komt dit omdat men bang is om kiezers te verliezen door het innemen van niet-populaire standpunten? Een duidelijke partijlijn mist. Wat het dan ook mag zijn, deze afleidingsmanoeuvre doet de kiezers tekort. Zij hebben immers het recht te weten waarvoor een partij staat. De kiezer mag daar dan wat van vinden. Het enkel en alleen uitkramen dat ‘de partij lokaal is’ is een zwaktebod. En ook daar zal de kiezer iets van (mogen) vinden. Immers: lokaal zijn we allemaal!